Vallée de Molignée


De vallei van de Molignée in de provincie Namen is zo mooi dat je nauwelijks kan geloven dat zoiets nog in ons volgebouwde en verstedelijkte België kan bestaan. Het is ook niet toevallig dat er zich in de buurt nog dorpjes bevinden waarop de tijd weinig vat lijkt te hebben, zoals Falaën en Sosoye. Beide behoren overigens tot de mooiste dorpjes van Wallonië. Juweeltjes die uitblinken door hun eenvoud.

De Molignée is een onbevaarbare rivier die in de buurt van Florennes ontspringt en na heel wat omzwervingen in Anhée samenvloeit met de Maas. De mooiste manier om de Molignée te volgen, is de Maasvallei induiken van Namen naar Dinant, de uitrit Yvoir nemen en dan richting Maredsous rijden. Maredsous is bekend om zijn bier en zijn kaas, ook al komen ze dan niet meer van de abdij zelf. De hele streek telt nog een tiental kloosters en abdijen, zodat er zelfs een autoroute van 93 km rond les monastères de la Marlagne werd uitgestippeld. Milieuvriendelijker is de railbike, een spoorwegfiets waarmee je op je eigen tempo over de oude spoorweg door de vallei van de Molignée slingert.

De ruïnes van het kasteel van Montaigle bevinden zich te Falaën, een deelgemeente van de Belgische gemeente Onhaye.


Les Ruines de Monataigle

In Montaigle, in het schilderachtige dal van de Molignée, werden sporen van menselijke aanwezigheid gevonden van minstens 7000 v.Chr. Tussen 250 en 400 na Chr. was de 160 m hoge rots een schuilplaats (oppidum) voor de Gallo-Romeinse bevolking. Op deze plaats liet Gilles de Berlaymont een versterkte residentie bouwen. In 1298 werd deze verkocht aan Gwijde van Dampierre. Vervolgens werd diens zoon en opvolger Gwijde van Namen de eigenaar. Hij liet er in 1309 een burcht optrekken.

Tijdens alle militaire conflicten in de Middeleeuwen en daarna schaarden de burchtheren van Montaigle zich achter Bouvignes. Het jaar 1554 zou fataal worden: bij het naderen van het Franse leger van koning Hendrik II kreeg het garnizoen van Montaigle de opdracht zich terug te trekken. De verlaten burcht werd door de Fransen geplunderd en in brand gestoken.


HDR bewerking 'Les Ruines de Montaigle

Legende van de burcht van Montaigle:

Tijdens een belegering van de burcht stond Montaigle op het punt zich over te geven. De aanvoerder van de belegeraars stelde zijn voorwaarden: de burchtheer moest zich overgeven en zou de volgende morgen opgehangen worden, maar de kasteelvrouwe zou ongehinderd de vesting mogen verlaten en slechts haar meest kostbare bezit meenemen. Toen zij verscheen, zag iedereen dat zij een zware bundel takkenbossen op de schouder meedroeg. Eenmaal uit het zicht van de vijand kwam haar man tevoorschijn uit de takken. De dame van Montaigle had zich aan de afspraak gehouden en haar meest kostbare bezit meegenomen.
Men vertelt echter dat zij vóór hun vertrek hun schat in een geheime bergplaats hebben verborgen. De Schat van Montaigle zou zich dan ook nog steeds ergens in de burcht bevinden.

Maredsous

De Abdij van Maredsous is een benedictijns klooster, gelegen in het gehucht Maredsous in de deelgemeente Denée van de gemeente Anhée in de Belgische provincie Namen.

In 1872 stichtten monniken van Beuron, gefinancierd door de plaatselijke familie Declès, op een heuvelrug een abdij, gebouwd in neogotische stijl naar een ontwerp van architect Jean Bethune. Ze bestaat uit een grote kloosterkerk – in een van de twee torens hangt de op twee na grootste klok van België (na Mechelen en Doornik) – en een aantal gebouwen rond een vierkante binnenplaats. De kerk is publiek toegankelijk. Daarnaast is er een gastenverblijf en een ontvangstgebouw met winkels, museumruimte en restaurant, waar vroeger de eetzaal voor het klooster was.

Maredret

De benedictinessenabdij van Maredret werd in 1893 gesticht door Domna Cécile de Hemptinne en zes benedictinessen. In neogotische stijl, de abdij is een oorde tot bezinning.


Abbaye Maredret

 























 

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

w